Neo-spruitjes
Vandaag is het tijd voor een stokpaardje: taalverduidelijking.
Mensen hebben namelijk de onhebbelijke gewoonte om politieke standpunten in te delen in progressieve en conservatieve meningen. Vreemd.
Politiek gesproken betekent
* conservatief: we willen het goede bewaren
* progressief: we willen het slechte veranderen (verbeteren)
Het heeft dus niet zo veel met rood-groen-blauw of oranje te maken. Toch associëren we vlot: progressief-breeddenkend-links-groen en conservatief-bekrompen-rechts.
De reden hiervoor is eenvoudig. Herinner u dat wie in zijn leven welvaart en macht opgebouwd heeft, automatisch verrechtst: hij/zij zou immers niet graag op een afdwingbare manier deze welvaart afstaan. Om de zelfde reden zal hij/zij zich conservatief opstellen: wie aan de macht is, wil die graag behouden. Rechts, rijk, machtig en conservatief overlappen zo vaak, dat we ze als synoniem zijn beginnen beschouwen.
In de vorige eeuw waren de Christendemocraten bijna permanent aan de macht en ze deelden deze met de rijkere klasse: daarom zien we ze vandaag nog als conservatief. Ten onrechte, want met name de Christelijke arbeidersbeweging heeft nogal wat krachten die ijveren voor een andere, betere wereld. Voor de arbeiders. Die het minder goed hadden. En dus progressief zijn.
Een ander typisch voorbeeld vind ik de SP.A vandaag. Het lettertje "A" in hun naam staat voor "anders". Progressief dus. Maar in de praktijk zijn ze al bijna 20 jaar aan de macht en ze vertonen al heel wat conservatieve trekjes. Dat is heel natuurlijk, maar met dat lettertje proberen ze de taal te bezweren.
Het negatieve beeld dat we hebben over conservatievelingen komt (alweer!) voort uit de jaren '60. De maatschappij was toen dermate veranderd, dat de structuren die het tot dan toe voor het zeggen hadden niet meer konden volgen. Een enthousiaste, progressieve jeugdige beweging heeft toen het establishment overgenomen. Ze konden dat enkel doen via een doorgedreven analyse van de toenmalige toestand: die was slecht. En conservatief, want stabiel. Dat deze tafelspringers daarna 50 jaar lang aan de macht zijn gebleven, illustreert hoe relatief die pro-con tegenstelling is. Zo werd conservatief een scheldwoord.
De (Open)VLD illustreerde dat subtiel door zichzelf plots als progressief te afficheren. Zo konden ze de indruk wekken dat ze tegelijk rechts én linksachtig zijn; de CD&V kon dan verbaal in het conservatieve hoekje geduwd worden.
In Amerika (en dus binnen enkele jaren bij ons) is er intussen een beweging ontstaan van mensen die zichzelf zien als goede conservatieven. De Neo-cons. "Neo" doet het namelijk altijd goed als je een begrip wilt oppoetsen. Neo-spruitjes... lekker! Neo-statistiek... tof! Door de oorlog in Irak weten we inmiddels wel beter.
Dus: de historische context maakt de Christendemocraten conservatief. Het is hun straf, omdat ze zo lang aan de macht waren. Maar de Groenen, die de natuur willen behouden, kunnen toch nooit progressief zijn?
Wel, ook dat is (volgens mij) een historisch toeval. Het probleem met een groene ideologie is namelijk dat die niet alle facetten van de maatschappij bestrijkt. Het gaat voornamelijk over economie, milieu en ontwikkeling. Dus moesten de groenen op zoek gaan naar mensen die hun gedachtengoed op een consistente manier konden aanvullen tot een omvattend programma. In Duitsland werd dat programma aangevuld door eerder rechtse, conservatieve denkers. In Vlaanderen zijn er een aantal links, eerder progressieve, denkers op de kar gesprongen. Vandaar.
Laten we afspreken dat we vanaf vandaag nooit meer de termpjes progressief/conservatief gebruiken. Kijk naar mij, ik ben politiek van de innovatieve strekking.
Morgen: de verkiezingsuitslag!
2 Comments:
Ik vind uw stukjes over politiek zeer fijn om lezen. Vanwaar al die kennis?
Mijn naam is blijven hangen, Marnik moest dat zijn. Excuses.
Een reactie posten
<< Home